In The presentation of self in everyday life uit 1959(!) stelt Goffman dat mensen in hun interactie met anderen voortdurend bezig zijn met het opvoeren van een performance. In interactie met anderen speelt iedereen een rol. Afhankelijk van de setting kan deze rol veranderen. Zo speelt een manager in een groot bedrijf op de werkvloer een andere rol dan diezelfde persoon thuis speelt als hij tijd doorbrengt met zijn gezin. Om dit concept uit te leggen maakt Goffman een analogie met een theatervoorstelling. Er is immers sprake van iemand die een rol speelt, er is sprake van een publiek en je kunt gebruik maken van kostuums en attributen om de rol die je speelt verder te definiëren. Het belangrijkste is in mijn ogen echter het onderscheid tussen frontstage en backstage.
Een bekend voorbeeld is dat van de ober in een chique restaurant. Voor de ober is het belangrijk dat hij zich juist presenteert, dat hij de “rol van ober” goed speelt. Hij maakt dus gebruik van de juiste kostuums en attributen en zegt de juiste dingen tegen de gasten. In het restaurant waar de mensen zitten te eten bevindt zich de frontstage van de performance van de ober-rol. Er is echter ook een backstage. Dit is bijvoorbeeld de keuken of de pauzeruimte; in elk geval een ruimte waar de gasten de ober niet kunnen zien of horen. Hier kan de ober ontspannen van zijn rol. Volgens Goffman wordt een succesvolle performance van een rol niet alleen bepaald door de “acteerkwaliteiten” van de mensen en de juiste attributen en kostuums, maar ook door het onderscheid tussen frontstage en backstage. Stel je voor dat een van de gasten per ongeluk de keuken binnenloopt, waar de net zo vriendelijke ober schuine moppen staat te tappen over de gasten in het restaurant. Hier valt de performance in het water en is er sprake van gezichtsverlies.
In het tijdperk vóór online communicatie was het scheiden tussen frontstage en backstage niet zo moeilijk. Een muur, gesloten deur, of simpelweg genoeg afstand was prima afdoende om verschillende rollen succesvol van elkaar te scheiden. Dit werd moeilijker toen communicatie ineens ook online ging gebeuren. In de begindagen was dit nog niet zo lastig. In text-based online games (bijvoorbeeld MUD‘s: multi-user dungeons) kon je de rol spelen die je wilde spelen. Het was vrijwel onmogelijk om de echte identiteit van de spelers te achterhalen. Frontstage en backstage waren perfect gescheiden en je kon hiermee ook het scherpe onderscheid maken tussen je offline en je online identiteit.